Planten van hier

Voor flora, fauna en mensen

Bosroos

(Rosa arvensis)

De wilde Bosroos is de enige inheemse wilde roos die geen struikvormer is, maar met meterslange twijgen kruipt en via struiken ook klimt. De twijgen zijn felgroen tot paarsachtig blauw van kleur en ze heeft stekels die slank en licht gebogen zijn en verspreid staan over de twijgen. Rankende takken die op de grond liggen kunnen wortelen. De bloeitijd van de Bosroos valt in de maanden juni en juli en onder gunstige omstandigheden kan ze uitbundig rijk bloeien. De Bosroos kan meer schaduw verdragen dan de meeste andere inheemse wilde rozen, maar komt dan niet tot bloei.

De heel licht geurende bloemen zijn hagelwit en hebben goudghele meeldraden. Het is een fantastische drachtplant voor insecten, zoals wilde bijen, zweefvliegen en vlinders. De bottels zijn tamelijk klein en (vuur)rood van kleur.

De Bosroos is een zeldzame soort die zich thuis voelt op zonnige tot licht beschaduwde plekke, op niet te droge, voedselrijke bodems, die bij voorkeur kalkhoudend zijn. De Bosroos is ook goed te combineren met Wilde kamperfoelie.

Nederlandse naam: Bosroos

Wetenschappelijke naam: Rosa arvensis

Familie: rozen

Herkomst: oorspronkelijk inheems

Status: niet bedreigd

Zeldzaamheid: zeldzaam

Bloeiperiode: juni tot juli

Bestuiving: zonder bevruchting, wilde bijen, (zweef)vliegen en kevers

Kleur: wit

Hoogte: 50 tot 200 cm

Licht: bij voorkeur licht

Voedsel: bodem bij voorkeur matig voedselrijk