Planten van hier

Voor flora, fauna en mensen

Koninginnekruid

(Eupatorium cannabinum)

Koninginnekruid is een overblijvende plant die behoort tot de Composietenfamilie (Asteraceae). Het is een robuuste plant die een hoogte van 50 tot 150 cm kan bereiken en bloeit tussen juni en september. De licht- of oudroze bloempjes vormen schermvormige pluimen. Ze ruiken aromatisch en enigszins honingachtig. Niet iedereen kan deze specifieke geur waarderen. Koninginnekruid plant zich zowel generatief als vegetatief voort. De fijne zaden worden door de wind verspreid. Ze komt voor op natte tot vochtige bodems die veel organisch materiaal bevatten (voedselrijk en humusrijk). Het is een zonminnende soort die echter ook in lichte schaduw kan groeien. De plant is bijvoorbeeld goed te combineren met Beemdkroon, Wilde cichorei, Grote kattenstaart, Echte valeriaan, Wilde bertram, Grote pimpernel, Boslathyrus, Dagkoekoeksbloem en Muskuskaasjeskruid.

Koninginnekruid wordt druk bezocht door solitaire wilde bijen, hommels, zweefvliegen en andere insecten. Ze trekt ook opvallend veel soorten vlinders aan, waaronder Koninginnenpage, Atalanta, Dagpauwoog, Distelvlinder, Keizersmantel, Landkaartje, Citroenvlinder en Kleine vos. Ze is de waardplant voor Spaanse vlag en voor verschillende soorten kool- en kokermotten.

Nederlandse naam: Koninginnekruid

Wetenschappelijke naam: Eupatorium cannabinum

Familie: composiet

Herkomst: oorspronkelijk inheems

Status: niet bedreigd

Zeldzaamheid: algemeen

Bloeiperiode: juli tot en met september

Bestuiving: wilde bijen, (zweef)vliegen en vlinders, zonder bevruchting

Kleur: roze

Hoogte: 50 tot 150 cm

Licht: bij voorkeur zonnig

Voedsel: bodem bij voorkeur matig voedselrijk