Planten van hier

Voor flora, fauna en mensen

Gewone margriet

(Leucanthemum vulgare)

Gewone margriet is een bekende wilde plantensoort, die deel uitmaakt van de Composietenfamilie (Asteraceae). Uit paleontologisch onderzoek is gebleken dat de soort al sinds de Bronstijd in onze omgeving aanwezig is. Het is een overblijvende plant die 30 tot 60 centimeter hoog wordt. De (onderste) bladeren zijn spatelvormig en gekarteld en de bladranden zijn getand. Het bloemhoofdje staat op een rechte stengel met verspreid staande bladeren. De bloemen zijn wit met een geel hart en de bloei is van mei t/m augustus, met een uitloop tot in september. De plant bloeit rijk en langdurig. De wortelstok is vaak vertakt en de wortels zijn taai en relatief lang. Ze plant zich hoofdzakelijk generatief (via zaad) voort, waarbij zaden ook door de wind worden verspreid. Margriet gedijt op enigszins droge tot vochtige bodems (o.a. rivierklei, löss, leem en lemig zand) die vrij open moeten zijn. Verder is ze zonminnend. De plant is bijvoorbeeld goed te combineren met Veldsalie, Knoopkruid, Gele kamille, Lange ereprijs, Wilde bertram, Beemdkroon, Wilde cichorei, Blauwe knoop, Boslathyrus, Dagkoekoeksbloem en Avondkoekoeksbloem.

Margriet is een goede drachtplant. Zoals bij veel soorten van de Composietenfamilie, zorgen de randbloemen ervoor dat de bloeiwijze voor insecten goed zichtbaar is. Voor een mensenoog is de kroon van de lintbloemen wit. Voor bijen hebben de lintbloemen echter de kleur ‘bijenblauwgroen’. Hierdoor vormen ze een kleurcontrast met de gele buisbloemen in het midden. De kroon van de buisbloemen is kort en daardoor is de nectar ook voor insectensoorten met een korte tong gemakkelijk toegankelijk. Vele insectensoorten verzamelen dan ook nectar en (oranje) stuifmeel bij deze plant: wilde (solitaire) bijen, waaronder groefbijen, maskerbijen en grasbijen, diverse soorten hommels, (zweef)vliegen en vlinders.

Nederlandse naam: Margriet

Wetenschappelijke naam: Leucanthemum vulgare

Familie: composiet

Herkomst: oorspronkelijk inheems

Status: niet bedreigd

Zeldzaamheid: algemeen

Bloeiperiode: mei tot en met augustus

Bestuiving: wilde bijen, vlinders, (zweef)vliegen en kevers

Kleur: wit met geel

Hoogte: 30 tot 60 cm

Licht: bij voorkeur zonnig

Voedsel: bij voorkeur matig voedselrijk