Planten van hier

Voor flora, fauna en mensen

Grote tijm

(Thymus pulegioides)

Grote tijm is een overblijvende plant die deel uitmaakt van de Lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Het is een halfstruikje. Het geslacht Thymus bevat ruim 350 soorten. Het is een laagblijvende, altijd groene soort met een hoogte van 5 tot 30 cm. De bloeistengels zijn opstijgend. De fijne blaadjes zijn langwerpig en ruiken sterk aromatisch door de aanwezige etherische olie (thymol). Grote tijm (blad) is dan ook een goede kruid voor in de keuken.

De bloempjes groeien in bolvormige hoofdjes en zijn purperroze gekleurd. De bloeitijd loopt van juni tot september. Grote tijm is zodenvormend en vermeerdert zich vooral vegetatief door op stengelknopen te wortelen. De plant is bijvoorbeeld goed te combineren met Zandblauwtje, Veldsalie, Valse salie, Oranje havikskruid, Engels gras, Mottenkruid, Wilde marjolein, Steenanjer, Prachtanjer, Ruige weegbree, Gewoon reukgras en Bevertjes. Zie ook bijvoorbeeld de tuin van Jolanda.

De fijne zaden worden o.a. verspreid door de wind en door mieren. Het is een echt zonminnende plant die groeit op droge open zandgrond die kalk- en stikstofarm en ook voedselarm is. De bloempjes bevatten nectar en stuifmeel en worden graag bezocht door allerlei soorten wilde bijen, waaronder behangersbijen en wespbijen en diverse soorten hommels, (zweef)vliegen, kevers en ook dagvlinders, onder andere Keizersmantel, Zilveren maan, Dagpauwoog, Vuurvlinder, Kleine vos en Tijmblauwtje.

Nederlandse naam: Grote tijm

Wetenschappelijke naam: Thymus pulegioides

Familie: lipbloemen

Herkomst: oorspronkelijk inheems

Status: niet bedreigd

Zeldzaamheid: vrij zeldzaam

Bloeiperiode: juni tot september (na snoei soms wel tot in december)

Bestuiving: wilde bijen, vlinders, (zweef)vliegen en kevers

Kleur: roodviolet

Hoogte: 5 tot 30 cm

Licht: bij voorkeur zonnig

Voedsel: bodem bij voorkeur voedselarm